12272
1920
Centrum
113 De Witte Dame
Christinelaan*
Wereldoorlog I en II
WO I
Niet bekend
Belze barakken. | |
Beschrijving |
De Christinelaan met de 'Belze barakken'. De 'P' staat op de Parallelweg rechts daarvan Kessels en van Hussen. |
Geplaatst op |
28-06-2007 |
Email bijdrager |
![]() |
Datum: 27-12-2008 |
Naam: Hans van Melis  ![]() |
Belze barakken uit 1914-1918. |
Datum: 28-12-2008 |
Naam: Thérèse Sauter-Roijers   |
Zie ook foto 18290 |
Datum: 29-12-2008 |
Naam: Wil van Hout  ![]() |
Wie zet er nu barakken neer in de nabijheid van het spoor? De woonwagens werden ook meest langs het spoor neergeduwd. Wat daar ooit de bedoeling van was, heb ik nooit begrepen. Iets anders: de afslag van het lijntje naar België ziet U rechts op de foto. |
Datum: 27-07-2012 |
Naam: Eric Kemperman  ![]() |
De Belze barakken zijn gebouwd om de miljoenen (!) Belgische vluchtelingen in het najaar van 1914 op te vangen. Zeker toen Antwerpen werd belegerd (vanaf 1 september 1914), en de Duitsers (ook toen al!) vele represailles op de burgerbevolking uitvoerden, vluchtte de Belgische bevolking massaal de grens over. Een heden ten dage bij het grote publiek volkomen onbekende volksverhuizing was het gevolg. Men dacht dat de oorlog snel voorbij zou zijn; bovendien moesten de onderkomens snel klaar zijn voor de winter. |
Datum: 29-07-2012 |
Naam: Les Bloksma-Werrens  ![]() |
Eric, wat jij schrijft klopt. Mijn opa was een van die vluchtelingen die met heel de familie, zelfs neven en ooms en tantes en ouders, vanuit Antwerpen deze kant uit kwamen. |
Datum: 23-02-2013 |
Naam: Gerard Strijards  ![]() |
Zoals de heer Kemperman schrijft, kwamen er na de val van Antwerpen veel burgervluchtelingen uit de citadelring van die stad naar het neutrale Nederland. De burgemeester van Antwerpen had via proclamatie de bevolking opgeroepen om dat te doen, daar de eigen militairen de veiligheid van de bevolking niet langer konden garanderen. Via Terneuzen en Roosendaal kwamen er ongeveer negenhonderdduizend vluchtelingen over de grens. We kunnen niet zo goed een precies aantal geven, omdat deze "wijkelingen" natuurlijk niet geregistreerd werden toen ze weggingen. Wel toen ze aankwamen. Ze wilden allemaal voedsel, laving en voorzieningen. Daarvoor was noodzakelijk om hun status vast te stellen: er kwamen nogal wat mensen mee in de stroom, die Nederland absoluut niet wilde hebben. Prostituees, bedelaars, vagebonden, veroordeelde misdadigers, besmettelijk zieken (havenstad Antwerpen, moet u rekenen!). Het Rode Kruis en het Militair Gezag probeerden deze enorme massa, waarop men niet voorbereid was, over het land te verspreiden. Eindhoven wás al een weinig gewend aan de opvang van Kempische vluchtelingen. Die waren eind augustus en oktober via het Bels lijntje al in Eindhoven aangekomen. Daarom waren er hier eind november al voorzieningen voor de opvang. En daarom werden voorlopig veel vluchtelingen maar alvast hierheen gestuurd, in afwachting van verdere landelijke verspreiding. De barakken waren dus tijdelijk bedoeld, wachtplaatsen voor verspreiding per spoor. Daarom waren ze zo dicht bij het spoor gesitueerd. Die locatie was misschien wel luidruchtig, maar ook praktisch. Veel opgevangenen hadden echter een slechte burgerlijke staat, een crimineel verleden of een belaste arbeidsstaat. Daarbij hoeft men zeker in deze tijd niet te denken aan strafbare feiten: socialist zijn was destijds al een verdacht gegeven in het zuiden. Daarom bleven velen noodgedwongen hangen. Dat gaf spanningen. En opstanden. De barakken, die overigens relatief niet slecht waren in vergelijking met andere kampementen, waren er gewoon niet op berekend. Eindhoven heeft heel veel voor deze massa vluchtelingen gedaan. Daarop mag het best trots zijn. Veel Vlamingen bleven later in Eindhoven en gingen niet terug naar hun verwoeste vaderland, vooral toen de conjunctuur hier, mede door de grootindustrie, aantrok. Daarom hebben veel Vlamingen die genaturaliseerde Nederlanders werden, hier, in deze stad, hun "roots". De terreur die de Duitsers hebben uitgeoefend in België, vooral in de Kempen, is immens geweest. Veel oorlogsmisdrijven op massale schaal. En nooit berecht. De heer Kemperman wijst daar terecht op. Alleen Nederland heeft hulp geboden aan de slachtoffers van deze massaal georganiseerde misdaad door de Duitse infanteristen, die Leuven en Hasselt platbrandden. De eerste stad helemaal, de tweede gedeeltelijk. Volgend jaar is dat honderd jaar geleden. Geen jubileum, geen feest. Maar wel gedachteniswaardig. Juist voor Eindhoven. |
Datum: 29-07-2013 |
Naam: Johan Vervest  ![]() |
Ik, van 1944, ben steeds weer verbijsterd dat de heer Strijards details en feiten weet te publiceren waarover wij in onze schoolopleiding nooit hebben geleerd. Overigens heb ik een zwager wiens ouders in die tijd ook voor de Duitsers zijn gevlucht. Heel opmerkelijk dat over die gebeurtenissen en feiten zo weinig bekend is. |
Datum: 31-07-2013 |
Naam: Theo Verschueren   |
Datum: 03-08-2013 |
Naam: Theo Verschueren   |
In het ongenuanceerde verhaal van de heer Strijards wordt de grote groep van duizenden welwillende Belgische vluchtelingen geen recht gedaan door de bovenmatige aandacht voor de "prostituees, bedelaars, vagebonden". Alsof die in groten getale Nederland overspoelden. Het lijkt me wat overtrokken. |
Datum: 04-08-2013 |
Naam: Yvonne Levens  ![]() |
't Maakt een verhaal toch niet ongenuanceerd als je benoemt dat bepaalde mensen in "de stroom meekwamen"? |
Datum: 04-08-2013 |
Naam: gerard strijards  ![]() |
Het is altijd moeilijk om in een klein stukje stellig proza in een site die voornamelijk op beeldmateriaal steunt, waarbij de primaire bedoeling is dat contemporaine getuigen hun waarnemingsindrukken geven -- opdat anderen die kunnen beamen of wederspreken -- zodanige uitdrukkingen te gebruiken dat niemand zou kunnen beweren dat de historische werkelijkheid tekort is gedaan. Uit het commentaar van de heer Verschueren blijkt wel dat dat dezerzijds deze keer kennelijk niet gelukt is. Men schrijft ook een korte beschouwing, men biedt geen uitputtende monografie over het onderwerp van een foto of ander beeldmateriaal. Zo'n monografie beoog ik overigens in dit verband wel. Dan verwijs ik ook, in dát kader, naar de vindplaatsen voor een bewering, uitgewerkt in voetnoten. De heterogeniteit van de vluchtelingenstroom, waar de heer Verschueren op doelt, is onomstotelijk. Vele nette, vooral Vlaamse burgers, kwamen met de vluchtelingenstroom mee, van diverse herkomst en pluimage, men vindt tal van namen van welgereputeerde vluchtelingen. Zo is daar bijvoorbeeld de familie Theo Verschueren, herkomstig uit het Oost-Vlaamse Lokeren, die in de eerste oorlogsmaanden vluchtte naar het Nederlandse Sint Janssteen en zich metterwoon daar vestigde. Deze familie liet zich gedeeltelijk later naturaliseren tot Nederlanders -- zij het niet alle -- en bracht later in de sportwereld roemrijke telgen voort. Doch er waren er ook, die andere verledens en perspectieven mede brachten. Ik noemde in mijn eerste commentaren ook minder gereputeerde groepen. Nu de voorlaatste commentator daaraan aanstoot blijkt te nemen -- ik repte overigens niet van enige getalsverhouding te dezen, laat staan dat ik van "duizenden" zou hebben gesproken -- merk ik, zij het voor een site als deze wat overbodigerwijze -- dat ik mij daarbij baseerde op de rapporten van de Belgische overheid, nootsgewijs weergegeven bij Pierre Alain Tallier, De Belgische vluchtelingen in het buitenland tijdens de Eerste Wereldoorlog, opgenomen in A. Morelli, Belgische Emigranten, Oorlogsvluchtelingen, economische migranten en politieke vluchtelingen uit onze streken van de XVIe eeuw tot vandaag, Berchem: EPO Vereniging zonder winstoogmerk, 1999 pp. 21-42. Tallier baseert zich op het Belgisch Algemeen Rijksarchief, met talloze randregisterreferenties, pp. 318-325. De Belgische overheid weigerde namelijk de door mij aangeduide categorieën ná de Vrede van Versailles in 1919 terug te nemen, ook al insisteerde de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken H.A. van Karnebeek daarop herhaaldelijk. België was die lieden kwijt en zat niet op terugname of overname te wachten. De zaak sleepte tot 1926, toen gaf Nederland het op. Zie bij Tallier noot 5, waar hij verwijst naar de Belgische Commissie voor de Oorlogsarchieven, opgenomen in het Algemeen Belgisch Rijksarchief. Hij geeft daar zijn toegangsreferenties die men in de Gentse registers van afstudeerscripties over dit onderwerp van de universiteit aldaar kan naslaan. Hetgeen ik deed in het kader van genoemde monografie. Nederland vroeg uiteraard ook schadevergoeding en schadeloosstelling voor de onderstand die inmiddels aan genoemde groepen gegeven was -- velen waren in de publieke bedeling terecht gekomen -- en deze werd in 1929 definitief geweigerd. Nu zijn mijn litteratuurreferenties al langer, vrees ik, dan de kritische kanttekening van de heer Verschueren. Deze site is ook niet bedoeld voor dit soort beschouwingen die bij een academische oppositie bij de verdediging van een proefschrift van hooggeleerde zijde niet zouden misstaan. Maar het is natuurlijk altijd jammer nodeloos aanstoot te hebben gegeven. Hetgeen ik dan ook bij deze betreur onder dankzegging aan mevrouw Levens. |
Datum: 18-11-2013 |
Naam: P R F vander Cingel  ![]() |
Theo Verschueren, was u mijn overbuurman op de Kleine Berg? Indien ja, zou ik een reactie op mijn e-mailadres op prijs stellen. 1940-1952. |
Datum: 19-11-2013 |
Naam: Theo Verschueren   |
Paul R.F. van der Cingel, ik was inderdaad uw overbuurman op de Kleine Berg. In een reactie bij de foto 835 heb ik U dat op 21-8-2013 reeds duidelijk gemaakt. Omdat uw e-mailadres alsmede uw telefoonnummer mij onbekend zijn kan ik op uw verzoek helaas niet nader reageren. (Th.M.J.G. Verschueren) |