De Philips kleuterschool aan de Mathildelaan. Onderwijs was een speerpunt in het sociale beleid van Philips. Dat liep van kleuterschool tot hoger onderwijs. Dat was deels ook een gevolg van het feit dat de katholieke stadsbestuurders weigerden niet-katholieke scholen te bouwen, terwijl de familie Philips en ook steeds meer uit het noorden aangetrokken werknemers niet katholiek waren. In 1916 bestond het bedrijf 25 jaar en bij dat jubileum schonken Gerard Philips en zijn echtgenote het stichtingskapitaal voor het Van der Willigenfonds. Het doel van dit fonds was om beurzen te geven aan studerende kinderen van werknemers. Na het Van der Willigenfonds werd in 1920 de Philips’ Vereniging voor Onderwijs en Volksontwikkeling opgericht en kwamen er scholen voor kleuter-, lager en middelbaar onderwijs. In 1928 werd de Philips Jongensnijverheidsopleiding (JNO) in het leven geroepen. Daarmee kregen jongens na de lagere school een vierjarige vakopleiding. Op initiatief van Anna Philips-de Jongh konden ‘Philipsmeisjes’ vanaf 1916 in de avonduren huishoudelijk onderwijs volgen. Deze activiteit ging een paar jaar later over in de Philips Huishoudschool. Zie ook foto's 10170 en 23902. (Red.)