EiB header publiek

Het heden en verleden van Eindhoven

Responsive Navigation

Een wandeling terug in de tijd

(geschreven tijdens de afbraak en renovatie van de Botenbuurt)

Toen ik vorige week over de Hastelweg reed en zag, hoe een groot aantal verlaten en verweerde huizen met gapende vensteropeningen en half dichtgespijkerde deuren me aanstaarden, besefte ik eigenlijk ineens, dat de Trudobouw al voor het grootste gedeelte is vermorzeld en verpulverd door de onstuitbaar vanuit de St.Trudostraat oprukkende nieuwe tijd. En een welhaast voorspelbaar vleugje nostalgie kroop over mijn ruggengraat en deed me de Botenlaan in slaan.

Als je ruim een kwart eeuw tussen de grenzen van de Strijpsestraat en Hastelweg en tussen de "bakkesvols" van Harrieke van de Linden en de peren van Harrie van Mol hebt doorgebracht, moet je de neiging om nog eens door de afgebrokkelde straten van je jeugd te slenteren zeker niet onderdrukken. En even later liep ik dan ook peinzend via de Aakstraat terug in de tijd.

De tijd, dat Brabantia praktisch zijn hele spelersarsenaal uit deze wijk putte, waar de huizen welhaast letterlijk uitpuilden van het talent. Want gezinnen met een dozijn of meer spruiten in alle maten, ondergebracht, zeg maar gerust opgestapeld, op drie slaapkamertjes en een zolder, waren veeleer regel dan uitzondering.

De tijd ook van lampen en bogen, sterren en bloemen rond 18 september, een verlichting, die we met gerechtvaardigde trots de mooiste van Eindhoven noemden, die elke keer weer duizenden toeschouwers trok en waaraan we allemaal wekenlang keihard werkten.

Vanaf de Bomstraat mondde een onafzienbare stroom gekleurde Philipspeertjes uit in een feeëriek verlicht Schippershof, waar alle draden vloeken en tierend maar o zo vakkundig door Sjef van de Wiel aan elkaar werden geknubbeld in één vierkant houten meterkastje.

En het werkte altijd, vaak tegen alle veiligheidsvoorschriften in, met behulp van driewegstekkers, isolatieband en paperclips.

Datzelfde Schippershof, hart van de woningbouw, waar de patroonheilige St. Trudo zelf vanuit een nis boven het overbevolkte Neutkens-dagverblijf een wakend oog hield op het jonge volk, dat de experimenten van de puberteit verrichte in de talloze in elkaar overlopende “gengskes”, waarmee de buurt was doorsneden. Ook gij, Brutus….!!

Vier majestueuze bomen vormden ideale honken voor een partij slagbal, als er niet gevoetbald werd op het familieweike of bij Drukkerij Vrijdag. En nog zien wij op Paaszaterdag het slaghout wegvliegen uit de verbouwereerde knuisten van Kees Voorkamp, dwars door de ruit van nummer 25.

Op diezelfde hoek werden toen tegen  twee met krijtgoals gemarkeerde blinde muren de ruwe voetbaldiamanten geslepen in een nimmer ophoudend gebonk van muur tot muur. Zo wordt straatvoetbaltalent ontwikkeld.

Onder de kleine tunnels door, waar zo dikwijls overmoedige buschauffeurs, die het bij de Bomstraat wel hadden gehaald, hun met lichtjesroute-kijkers afgeladen vehikel vastreden.

En dan linksaf de Hastelweg op langs het huis van Willem van de Brand, waar hele voetbalgeneraties aan de bel hebben gehangen en waar we nooit een waslijn hebben gezien zonder een rij rood-blauwe shirtjes daarop zorgzaam vastgepind.

Van de Loggerstraat is al niet veel meer over, om over de rest maar te zwijgen.

Jammer? Welnee, de nieuwbouw rukt op en dat is ook maar het beste zo, want luxueuze villa’s  kon je het niet bepaald noemen, de huiskes van de woningbouw, waar je op de W.C. de krant met twee handen moest vasthouden, omdat hij anders uit je vingers tochtte. Waar timmerman Engels alleen in uiterste noodgevallen nog wel eens ergens een spijker in mocht slaan, en waar Pietje v.d.Goorberg eens in de tien jaar met één kwastje en één bus verf fluitend door de straat rende, regen of geen regen.

Het is goed, dat dat allemaal voorbij is en dat nieuwe moderne huizen komen op de plaats van de vochtige en tochtige onderkomens, gebouwd in een tijd, waarin het toevoegen van cement aan metselzand nog als een overbodige luxe werd beschouwd.

Maar toch, toch, als je  ze zo een voor een ziet vallen onder de slopershamer…, een beetje heimwee heb ik wel.

Hebt u dat nou ook?