We horen ook graag meer over de automobielen.

Datum: 08-06-2008

Naam: Piet van Hees  

Twee vooroorlogse Opel Kapitäns voorop. Links en rechts lijken me Chevrolets. Ik kan even niet aan mijn foto's, maar 1946 of 1940. (Er zijn nauwelijks verschillen, de Amerikaanse personenauto-ontwikkeling lag natuurlijk stil.)

Datum: 08-06-2008

Naam: Wil van Hout  

Volgens mij zijn het Opels. In Duitsland konden ze er ook wel iets van! De Amerikaans uitziende auto's. Het is een Opel Kapitän 1948/51 er zijn er 30.000 van gemaakt. 2,5 liter.

Datum: 08-06-2008

Naam: Wil van Hout  

De twee andere auto's zijn volgens mij Chevrolet Stylasters, Fleetmaster of Fleetline's, afhankelijk van de grille 1946/48, 534.500 van gemaakt.

Datum: 09-06-2008

Naam: Jan van der Meulen  

Naar mijn mening zijn de twee auto's op de voorgrond Opel Kapitäns. De beide andere zijn waarschijnlijk Pontiacs. Veta zal geen Chevrolets kopen, omdat Jacques van der Meulen eigenaar van Veta indertijd Pontiacs verkocht. De firma Vlemmings was Chevrolet-dealer en was met taxibedrijf Vlemtax in alle opzichten een concurrent.

Datum: 20-06-2008

Naam: Huib van der Meulen  

De twee auto's op de voorgrond zijn in ieder geval Opel Kapiteins. De twee andere zijn Chevrolets Fleetmaster. Om antwoord te geven op Jan van der Meulen: op dat moment waren er nog geen Pontiacs of Oldsmobiles beschikbaar. Hoogstwaarschijnlijk heeft Jacques van der Meulen ze gebruikt gekocht.

Datum: 20-06-2008

Naam: Theo Dekkers  

Inderdaad, Veta heeft een poos, naast de toen nieuwe Opel Kapiteins, met Chevrolet gereden. Een ervan was zelfs donkerrood en viel natuurlijk uit de toon naast de zwarte wagens. Als bijnaam hadden de chauffeurs hem “Rooie Sien” gegeven. Hieruit kan haast met zekerheid worden afgeleid dat de Chevrolets gebruikte auto’s moeten zijn geweest. Kort na deze opname (1948) is in alle taxi’s van Veta de mobilofoon ingebouwd (zie foto 15994).

Datum: 16-02-2010

Naam: Louis van der Meijden  

Uit de bovenstaande commentaren is duidelijk dat de eerste twee voertuigen rechts vooraan Opel Kapitäns zijn en de andere drie auto's Chevrolets.
De Opel Kapitän is ontwikkeld in 1938 en werd tot 1970 geproduceerd. De eerste generatie liep tot 1940 (WOII), de tweede generatie liep van 1948-1950. De eerste twee generaties Opel Kapitän De Luxe 4-deurs Sedan waren gewoon identiek. Volgens Theo Dekkers had Veta nieuwe Opels gekocht. Dus zullen ze van de tweede generatie zijn. (1948). De Opel had een 2,5 liter 6-cilindermotor met 55 pk. De lengte was 4620mm en het gewicht van de auto 1230 kg.
De Chrevrolet is een 1946 Chevrolet Stylemaster 6 serie DJ of Fleetmaster 6 serie DK 4-deurs Sedan. De 1946 Sedan was het meest begeerde voertuig in het naoorlogse tijdperk en werd gezien als een revelatie van Chevrolets ervaring op het gebied van Automotive Technologie.
Deze auto had een 3,5 liter 6-cilindermotor met 90 pk bij 3300 rpm. Boring/slag 3.5 / 3.75 inch. Wielbasis 2,94 m. Verstelbare zittingen voor, veiligheidsglas, gecontroleerde ventilatie, inbouwknoppen, hydraulische remmen en een handrem met hefboom.

Datum: 16-02-2010

Naam: Huib van der Meulen  

Helemaal mee eens!

Datum: 07-09-2014

Naam: Harrie Smulders  

Rechts staat Toontje Smulders, die reed met de Chevrolet N-40485

Datum: 07-09-2014

Naam: Wil van Hout  

Toon Smulders miste volgens mij een vinger. De deur van zijn auto was daar de schuld van.

Datum: 08-03-2016

Naam: paul van der cingel  

Op internet zijn tal van afbeeldingen te zien van Chevrolets, ik denk dat deze van 1950 of iets later zijn, die van de laatste jaren 40 hadden veel meer chromen "versieringen" aan de voorzijde. Tik Chevrolet + jaartal in en je ziet een kleurenfoto van de belangrijkste uitvoeringen. In die tijd veranderden de Amerikaanse fabrikanten elk jaar de buitenkant en het interieur, maar onderstel en motoren bleven jarenlang hetzelfde.

Datum: 08-03-2016

Naam: Harrie Smulders  

Het zijn Chevrolets met de bijzonderheid dat zij een hydraulische bekrachtiging hadden op de koppeling Ik ben een half jaar onderhoudsmonteur van de taxi's geweest als hulp van Jan Markgraaf.